Zijn er auto's op het pleintje?
- Ja, er zijn veel auto's.
- Nee, het is heel stil op het pleintje.
Hoeveel huizen staan er op het pleintje?
Staan er flatgebouwen op het pleintje?
- Nee, er staan alleen normale huizen.
- Ja, er staan appartementen.
- Er staan appartementen en normale huizen.
Wat verkopen ze in de winkel?
Waar is het Spaans restaurant?
- Naast de groenten- en fruitwinkel.
- Tegenover de groenten- en fruitwinkel.
- Niet ver van de groenten- en fruitwinkel.
- Aan dezelfde kant van de groenten- en fruitwinkel.
Is het Spaans restaurant een goed restaurant?
- Ja, het eten is heel lekker.
- Nee, het is een slecht restaurant.
- We weten het niet.
Waar staan de zitbanken op het pleintje?
- De banken staan op de hoek van het pleintje.
- De banken staan in het midden van het pleintje.
- De banken staan onder de bomen.
Wat staat er op het pleintje?
- Een kerk.
- Een politiekantoor.
- Een school.
- Een winkel.