Paula spreekt met haar kleine ...

Hoe gaat het met hem? Het gaat ...

Wat is het probleem? Hij heeft geen ... meer.

Waarom heeft hij geen werk meer?

1.   ?    Hij werkt niet goed.
2.   ?    Het restaurant waar hij werkt, sluit drie maanden.
3.   ?    Het restaurant sluit voor altijd.

Wat heeft hij nodig? Een nieuwe ...

Wanneer wil hij nieuw werk?

1.   ?    Volgende maand
2.   ?    Volgende week
3.   ?    Binnen drie maanden
4.   ?    Heel vlug

Heeft Paula werk voor hem?

1.   ?    Ja.
2.   ?    Nee.
3.   ?    Nee, maar Pablo en Marissa wel.

Wat hebben Pablo en Marissa? Een ...

Wat moet hij zeggen aan Pablo en Marissa van Paula?

1.   ?    Dat hij geen werk heeft.
2.   ?    Dat hij de broer van Paula is.
3.   ?    Dat hij bij hen wil werken.

Wanneer moet hij telefoneren?

Wat is het telefoonnummer van Pablo en Marissa?